Donuts

Tegenwoordig lees ik vaak dingen zoals: gemaakt zonder boter, zonder suiker, zonder tarwebloem, ... ja met wat dan wel vraag ik me dan af? Blijkbaar zijn er intussen kinderen al ondervoed doordat ze steevast "superfood" voorgeschoteld krijgen. En wat blijkt: ze zijn ondervoed. Op tijd en stond mag er dus zeker gezondigd worden! In een gevarieerd voedingspatroon is er plaats voor wat vet en suiker.

Uiteraard pleit ik hier nu niet dat je ineens 5 donuts naar binnen moet gaan spelen. Alles met mate!

En laat nog wat over voor de anderen ;-) !

Donuts, en op de achtergond ook Berlijnse bollen

Wat heb je nodig?

Product	10 stuks	30 stuks	60 stuks
Tarwebloem	833 gr	2,5 kg	5 kg
Suiker	13,3 gr	40 gr	80 gr
Boter	100 gr	300 gr	600 gr
Gist	67 gr	200 gr	400 gr
Water	417 ml	1,25 liter	2,5 liter
Zout	10 gr	30 gr	60 gr
Fondant	1 kg	3 kg	6 kg
Chocolade 811	333 gr	1 kg	2 kg

Wat moet je doen?

• Maak een soepel deeg op de klassieke wijze. (*)
  
• Laat rijzen tot een verdubbeling van de omvang.
  
• Verdeel het deeg in stukjes van 50 gr en bol op.
  
• Duw met je duim een gaatje in het midden en draai het deeg even rond je duim.
  
• Leg de donuts per drie of vier op een reepje bakpapier van ca. 8 cm breed.
  
• Laat ca. 25 minuten rusten.
  
• Verwarm de frituurolie tot 170°C.
  
• Laat de reepjes bakpapier in de olie zakken, zo glijden de donuts mooi in de olie.
  
• Bak ze ca. 3 minuten langs elke kant goudbruin in olie ( 170°C ).
  Bestrooi met fijne kristalsuiker.
• 
  Nuttige informatie :
  
  •   Je kunt het deeg ook uitrollen en de donuts met een ronde uitsteker ui het deeg steken.
    
  •   In het midden gebruik je dan een kleinere uitsteker om het gaatje te maken.
    
  •   Je kunt de donuts versieren met fondant in verschillende kleuren. 
    

(*) Met de hand of machine

• Maak met de bloem een fonteintje op je werkblad.
  
• Giet het water in het midden van het fonteintje en los daar de gist in op.
  
• Leg het zout en het bereidingsmiddel aan de buitenkant van het fonteintje.
  
• Meng de bloem met het water en werk van binnen naar buiten.
  
• Zorg dat het zout als laatste mee gemengd wordt.
  Kneed totdat je een soepel deeg hebt.
• Controleer of je een “vliesje” kunt trekken.
  
• Bol het deeg op en laat het  rijzen tussen een deegkleedje.