Omdat ik zelf niet van de structuur van gekonfijte dingen hou, heb ik de gekonfijte sinaasappelschillen vervangen door gedroogde abrikozen. (of je kan een mix maken) De smaak was er niet minder om!
Het originele recept in het Engels kan je nalezen via deze link
Wat heb je nodig? (12 stuks):
500 gr bloem voor witbrood
10 gr zout
10 gr gedroogde gist
75 gr suiker
40 gr boter
2 eieren, losgeklopt
120 ml volle melk
120 ml water
150 gr rozijnen
80 gr gekonfijte sinaasappelschil, fijngehakt (ik hou niet van de structuur en heb er gedroogde abrikozen voor genomen)
rasp van twee sinaasappels
1 appel, in blokjes gesneden
2 tl kaneel
Voor het kruis
75 gr bloem
75 ml water
Om te bestrijken
75 gr abrikozen jam
Wat moet je doen?
Begin zoals altijd met een grote berg van bloem op je aanrecht. Maak een kuil in het midden, zodat je een ring van bloem hebt. Aan de buitenkant van de ring strooi je het zout. Binnenin de ring gaat de suiker, gist, boter, eieren, melk en water. Meng eerst met je hand alles wat binnen de ring zit door elkaar en haal er steeds een beetje meer bloem bij. Ga door todat alles door elkaar is gemengd. Het deeg zal nu wat plakkerig aanvoelen, dat komt door de eieren en boter. Maar dit wordt wel wat minder als je het goed gaat doorkneden, zo’n 10 minuten lang. Als je het echt te plakkerig vind kun je er een beetje bloem bij doen, maar zo min mogelijk! Als het goed is gekneed en soepel aanvoeld, leg je het deeg in een kom, dek het af en laat het minstens een uur rijzen.
(ik heb het met de kitchenaid gedaan, lukt prima)
Als het deeg ongeveer tot dubbele omvang is gerezen, haal je het uit de kom. (ik heb het zonder enig probleem 2 uur laten staan!) en leg je het weer op het aanrecht. Druk het een beetje plat en strooi er de rozijnen, gekonfijte sinaasappel, sinaasappelrasp, appelstukjes en kaneel overheen. Kneed alles door het deeg heen. In het begin lijkt het of alle stukjes appel en rozijnen er uit zullen vallen, maar dat komt wel goed.
Leg het deeg weer in een afgedekte kom en laat het nog eens een uur rijzen.
Druk het deeg nu weer plat, tot de lucht er uit is. Rol het uit tot een worst en verdeel het in 8 stukjes. Rol elk stukje op tot een bolletje. Leg ze, vrij dicht op elkaar, op een bakplaat. Dek de bolletjes af en laat nog een uur rusten, tot de bolletjes goed zijn gerezen. Verwarm intussen de oven voor op 220 c.
Maak van de bloem en water een papje. Doe dit een een spuitzak en spuit kruizen over de broodjes heen. Als je geen spuitzak hebt, kun je ook een diepvrieszakje of andere plastic zak gebruiken en daar een puntje van afknippen. Bak ze in de oven tot ze goudbruin zijn, ongeveer 20 minuten.
Verwarm de abrikozenjam, en zeef het indien er grote stukken inzitten. Zodra de broodjes uit de oven komen bestrijk je ze met de abrikozenjam.
Maar laten we Paul zelf het woord voeren...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ik lees met veel plezier jullie reacties.